gulsahdogan.reismee.nl

De hete zomer van Adana in 3 dagen

Filmen in Adana

Peter en Diego komen ’s avonds om 18:30 aan, de reis is gelukkig bijna probleemloos verlopen. Wel waren ze in Istanbul (waar ze moesten overstappen naar Adana) de koffers kwijt. Geen van de vele koffers stonden op de bagageband. De zeer slome en ongeïnteresseerde medewerkers van Turkish Airlines (het is vastentijd, misschien daarom) werkten natuurlijk op de zenuwen. Na veelvuldig aangeven dat het een ramp is als er geen koffers zijn, blijkt dat de koffers ergens anders staan. Vanwege de ‘handle with care’ stickers hadden de bagagejongens de koffers niet op de band willen zetten.

De mannen zijn ’s ochtends 5 uur al vertrokken van huis. Ze hebben er dus al een dag opzitten als ze aankomen. De volgende dag beginnen we daarom pas ’s middags. Eerst even wennen aan de hitte en zorgen dat alle apparatuur werkt. Mijn oom Özgür is chauffeur en hij heeft een grote Volkswagen bus geregeld. Hij kent Adana als geen ander en durft de kleinste steegjes in te rijden. Bovendien is hij opgegroeid in de wijk waar we het meest gaan filmen, ‘Meydanmahallesi’. We filmen eerst het blauwe huis waar mijn oom en tante hebben gewoond. Het is er vreselijk warm, nog erger dan buiten. De bewoners zijn immers al een paar maanden weg en daarom zijn alle ruimtes lang gesloten geweest. Het is ook een klein huis, Peter en Diego wurmen zich in de kleinste hoekjes om de mooiste shots te maken. We werken traag.

Terwijl we nog bezig zijn, stapt Kara GĂźlĂźzar (Zwarte GĂźlĂźzar) binnen. Ze komt kijken wat we aan het doen zijn, nieuwsgierig en nog steeds een tikkeltje argwanend. Ze zit een kwartier op het binnenplaatsje en kijkt toe, zwaar puffend van de hitte. Ze observeert ons echt. Dan staat ze op en zegt dat ze de airco vast aan zal zetten in haar huis zodat we straks als we bij haar zijn koel kunnen werken. Gelukkig! Ik haal opgelucht adem want nu pas weet ik zeker dat ze gaat meewerken. We besluiten de buitenkant van het huis maar later te filmen want we willen Zwarte GĂźlĂźzar niet te lang laten wachten.

Bij haar thuis vragen we of ze achter haar ouderwetse naaimachine wil zitten tijdens het gesprek. Want Zwarte GĂźlĂźzar kan dan wel 80+ zijn, ze naait nog steeds gordijnen voor mensen uit de buurt. Ze zegt een paar keer dat wel moeten opschieten en dat ik het niet te lang moet maken. We stellen het licht op en maken alles klaar. Maar ook ons apparatuur heeft moeite met de hitte. Logisch. De lamp die van buiten op het balkon naar binnen schijnt door het raam begeeft het. Gelukkig heeft ze toch geduld en wacht het af. Peter en Diego lukt het na veel gedoe (ventilator op de lamp zetten zodat ie afkoelt) mooi licht te maken. Dan praat ik met Kara GĂźlĂźzar en ze vertelt prachtig en schreeuwend dat de straten in de wijk vroeger trilden als zij langs kwam, dat ze brutaal was en haar mannetje stond maar dat mijn tante bijna het huis niet uit kwam. Omdat ze geen Turks sprak, afhankelijk was van haar man en volgzaam. Ik vind het een geweldig gesprek omdat deze stoere authentieke oude vrouw kracht uitstraalt (ik ben bijna 50 jaar jonger maar ik zou niet graag ruzie met r krijgen;) en omdat ze geen blad voor haar mond neemt.

Dan gaan we op zoek naar onze SOKAK KOLBASTI, de 5 jongens uit de wijk die op slippers en blote voeten kolbasti dansen. En ze staan klaar, opgewonden en hyper. En no surprise: ze zijn niet alleen. Tientallen mensen staan ook nieuwsgierig te wachten of het wel waar is dat een ploeg deze schoffies komt filmen. We moeten opschieten want nog even en het licht is weg. Andere kinderen smeken of zij ook mogen dansen en kijken me lief aan met zwarte olijfkleurige ogen. Buurtbewoners komen verhaal halen; ‘wie zijn we, ben ik een gids van die twee Europeanen, wat komen we doen, wie is mijn vader?’ Ik probeer uit man en macht te regisseren en baal dat ik geen megafoon bij de hand heb. Schreeuwen dus. Ik schreeuw vriendelijk wat we gaan doen en beloof kleine kinderen straks foto’s van ze te maken als ze nu daar blijven zitten en niet met z’n allen om ons heen gaan staan. Dat regisseren is makkelijker gezegd dan gedaan als er zoveel nieuwsgierige mensen zijn. Soms schreeuw ik daarom maar wat minder vriendelijk. En het werkt. We gaan draaien. De KOLBASTI KIDS doen hun best, ze dansen en dansen en voelen zich vast heel eventjes een ster. Al ben ik tijdens het draaien misschien heel streng voor de hordes kinderen, het liefst zou ik ze allemaal mee naar huis nemen!

Dag 2 beginnen we toch wat vroeger. We gaan eerst ’s ochtends vanaf een hoog gebouw het uitzicht over deze betonnen stad filmen. Vanaf de 16e verdieping kan je goed zien hoe groot het contrast is met het dorp waar ze vandaan kwamen. Daarna maken we wat rijshots uit de auto en sfeershots in de wijk. Mijn oom Özgür laat goed zien wat hij kan, ongelooflijk hoe hij met zo’n busje de nauwste steegjes ingaat. We filmen vrouwen die buiten zittend voor de deur kilo’s rode paprika schoonmaken om later salca van te maken (zongedroogde paprikapuree), mannen die aan rijen tafeltjes het Turkse rummikub ‘okay’ spelen, voetballende jongetjes, en mensen die in de zinderende hitte hun verkoopwaar aanprijzen. We worden overal uitgenodigd voor thee, eten of om even uit te rusten en te schuilen voor zon. Bij wildvreemden gaan we op een kopje Turkse koffie. Zo geweldig is dat.

Middenin de wijk staat ‘yuvarlik ev’, het ronde huis. Het huis dat mijn opa bouwde toen hij en zijn gezin naar Adana verhuisden. Het is één straat voor het huis waar mijn oom en tante gingen wonen. Op het platte dak praat ik met mijn oma over het leven vroeger in de wijk als jong stel. Dat is niet al te rooskleurig. Ook draaien we op de valreep voor het licht helemaal weg is de overbuurman van mijn oom en tante: Kadir amca.

Deze bejaarde en zeer gelovige man praat ook over zijn eigen zoektocht naar een levenspartner. Hij heeft de hoop opgegeven op een nieuwe liefde maar wil heel graag! Die avond eten we in het hotel zodat we vroeg kunnen slapen.

De dagen vliegen echt om, ik kan niet geloven dat we al op dag 3 zijn… Vandaag hebben we de eerste helft van de dag een andere chauffeur: Adem abi. Hij is gelukkig net zo geduldig als mijn oom en hij kent Adana ook goed. We gaan eerst terug naar de wijk om nog het missende shot te draaien van de buitenkant van het huis. Daarna gaan we naar mijn oma; al sarma draaiend zal zij luisteren naar een oud cassettebandje waarop mijn opa een liefdeslied zingt.

Mijn bijzondere opa, zo vooruitstrevend in het leven behalve als het ging om zijn eigen vrouw. Mijn oma legt mij uit hoe ze toch van hem hield ook was hij zo jaloers op haar dat hij haar veel ontzegde. Hoe ze soms werd geslagen en soms geliefkoosd. Hoe liefde en geweld hand in hand ging in haar huwelijk. Een bijzonder eerlijk gesprek vind ik. Later hoor ik dat mijn tante Canset in tranen achter de deur heeft staan meeluisteren. Die tante is de laatste die we vandaag zullen filmen.

Maar eerst gaan we, na een uitgebreide lunch bij oma thuis, sfeer filmen in Adana centrum: van de Kasaplarsokagi (Slagerijstraat) en de Bakircarsisi (Koperbuurt). Mijn oom Özgür is er weer bij dus dat zit wel goed wat betreft smalle doorgangetjes. In de Slagerijstraat zijn we een echte bezienswaardigheid. Rijen schapenkoppen, bakken met slierten darmen of magen en grote hompen vlees hangend aan grote haken versieren de straat. Iedereen wil weten wat we komen doen.

Mijn uitleg wordt steeds korter want anders staan we hier morgen nog. Uiteindelijk volstaat 1 zin: ‘mijn tante die vroeger in Adana leefde, heeft Alzheimer en wij verfilmen haar leven.‘ Zelfs mensen die geïrriteerd riepen dat we vast zijn gekomen om de armoe te filmen juichen ons nobel initiatief na het horen van die zin toe. Daarna lopen we via de andere kant naar de Koperwijk en filmen onderweg ook nog wat. De koperwijk is prachtig ambachtelijk, overal handwerkers die de mooiste koperen dingen maken.

We filmen een oude man die een grote koperen dienblad staat uit te fikken met een bijtend chemisch middel. Geen idee wat het precies is eigenlijk. Peter weet het vast… Hij hangt er even met zijn camera boven maar gooit zich dan naar buiten omdat zelfs de lucht die ervan af komt vreselijk agressief is. Ook filmen we een prachtig oud straatje waar veel drukte is en kinderen die simit verkopen (rond brood met sesam) of ayran rondbrengen (Turkse yoghurtdrank). De sfeer van Adana staat er goed op: drukte, harde arbeid en hitte!!!

We moeten snel naar mijn tante Canset die we op het dak van haar pas gekochte bouwval willen filmen terwijl ze een muur kapotslaat met een hamer. In het prachtige avondlicht zal zij dan een zelfgekozen lied over de liefde zingen. Zij is midden 40 en een stoere onafhankelijke vrouw. Onbegrepen door haar omgeving omdat ze te vrijgevochten is. In spijkerbroek met sigaret in de hand beukt ze met een hamer op de muur in. Prachtig echt. Helemaal omdat zij als vrouw het tegenovergestelde is van mijn tante.

Dan gaat ze zingen, een lied dat volgens haar de liefde vangt. En zonder te overdrijven kan ik zeggen dat het een van de mooiste momenten is die ik ooit heb gefilmd! Zo puur, eerlijk en gedurfd! Ze huilt en zingt tegelijk, een prachtige snik in haar stem. Haar visie op de liefde is zo poĂŤtisch en haar mening over de liefde tussen mijn oom en tante zo een waardevolle blik in de film. Ook al verstaan de mannen de taal niet, ook zij voelen de magie van het moment. Zij raakt echt iets in mij waardoor ik zo diep ontroerd raak. Ik ben er eigenlijk nog stil van.

Mijn oom gaat wat koude biertjes halen want ‘IT’S A WRAP!!!!!’

Ik voel me voldaan en gelukkig als we nog wat nazitten. Die avond zijn we uitgenodigd om met homemade-cooking van mijn oma te gaan picknicken op een plek in Adana waar honderden mensen gaan picknicken in de avondkoelte. Er wordt muziek gemaakt, gegeten en gedronken. Een onvergetelijke avond en afsluiter!!

Research zomer

Ik vlieg ’s avonds vanuit Düsseldorf en kom pas om 2:15 ’s nachts in Adana aan. Mijn rugtas met camera, laptop en toebehoren is zo dik en zwaar (13kilo!) dat het niet in het kastje boven mijn zitplaats in het vliegtuig past. Daarom haal ik mijn laptop, boek, script en nog wat kleins eruit. Nu past het wel. Ik zit naast een lege stoel gelukkig en heb dus de ruimte. Het begint allemaal heel goed denk ik terwijl ik rode wijn drinkend Elif Safak’s boek over de liefde lees. Geen turbulentie, vegetarische canneloni en zelfs een deken en kussen!

Als we landen kan ik als laatste het vliegtuig verlaten: eerst kan ik al niet bij de zware tas omdat het gangpad vol mensen staat, en vervolgens moet ik die dikke rugtas weer met beleid inpakken. Die achterstand blijft je dan achtervolgen. Als laatste het vliegtuig uit betekent als laatste in de rij voor een visum, en dus als laatste in de rij voor de paspoortcontrole en ook als laatste bij de bagageband. Grrr…

Het zo anders dan alle andere keren. Een maand geleden was ik hier ook, dus dit keer geen zwetende hoofden tegen het raam geplakt, geen tranen en veel minder spanning. Mijn oom Özgür komt me ophalen. Het voelt bijna alsof hij in Friesland woont en me van het treinstation heeft opgehaald. Gek is dat. Minder bijzonder, dat wel, maar daardoor ook meer thuis. Juist doordat het exotische ervan af is nu maakt dat ik steeds meer het gevoel heb dat ik ook hier thuis hoor. Zo gewoon er vertrouwd thuis in Nederland is, zo gewoon en vertrouwd begint het hier ook te worden.

De volgende dag, zondag, staat vooral in het teken van uitrusten en wat familie zien. Maar ik moet ook iets proberen te regelen. De mensen die in het oude huis van mijn oom en tante wonen blijken al een hele tijd op vakantie in Konya. Maar over 10 dagen, als de ploeg komt, willen we natuurlijk wel het huis filmen. Dus gaan we rondbellen. Via via krijgen we dan eindelijk de vrouw des huizes aan de telefoon. Ze reageert totaal niet verbaasd want ze blijkt al te hebben gehoord dat we met deze film bezig zijn. De volgende ochtend spreken we ook haar man Niyazi, hij zal zorgen dat de sleutel hoe dan ook in Adana wordt afgegeven.

Het is heet in Adana. Heel erg heet. Het weerbericht op tv zegt 38 graden. Maar tel er maar minimaal 5 bij. Ze willen vast de mensen rustig houden. En het is vochtig. Heel erg vochtig. Alles plakt.

Mijn oma heeft al wat voorwerk verricht door in de wijk Meydanmahallesi wat mensen aan te spreken die zich misschien mijn oom en tante nog zouden kunnen herinneren. En toen ik hier in de lente was, zijn we ook al bij wat mensen langs geweest. Oma en ik besluiten maandag direct op pad te gaan. Een auto hebben we vandaag niet nodig denkt zij omdat er sinds kort een rechtstreekse busverbinding is tussen de wijk waar ze nu woont en Meydanmahallesi waar ze vroeger woonde. We wachten op de bus. Er is geen schaduw om te schuilen. Het is warm en vochtig en de bus komt maar niet. We wachten een half uur. En als ik dat flesje water uit de koelkast niet bij me had gehad om mijn nek af te koelen was ik misschien wel van mijn stokje gegaan. Ik wil de buschauffeuse (bijna alleen nog maar vrouwelijke buschauffeurs in Adana!!!) wel zoenen als we de bus met airco instappen!

Meydanmahallesi is dus de wijk waar mijn familie jaren en jaren heeft gewoond. Zelfs ik heb hier 2 jaar gewoond. Omdat mijn ouders dachten toch niet lang in Nederland te blijven –zoals elke klassieke gastarbeider- wilden zij dat mijn zus de lagere school in Turkije zou beginnen. En zodat zij niet zou denken dat mam en pap meer van mij hielden, moest ook ik daar blijven. Ik was ongeveer anderhalf toen ik en mijn zus bij mijn oma werden achtergelaten… Ik weet nog heel weinig van die 2 jaar, mijn zus veel meer. Maar aangezien ik hier als kind heb rondgerend in blote kont vind ik dat deze wijk ook een beetje mijn wijk is.

Het was een getto; heel armoedig, druk en warm. Dat is wat ik me ook de hele tijd heb voorgesteld nu. Maar het blijkt inmiddels anders. Er is veel opgeknapt, huizen zijn uitgebouwd, er is veel geverfd, en het is er veel minder druk dan ik mij herinner. Vroeger als we met de auto uit Nederland aankwamen renden er hordes kinderen nieuwsgierig achter de auto aan. Buren zaten buiten op de stoep. Overal verkopers die hun tomaten of slippers of hazelnoten schreeuwend aanprezen. Die levendigheid ben ik nu veel minder tegen gekomen.

Tegenover het huis waar mijn oom en tante vroeger woonden, woont nog steeds hun vroegere overbuurman ‘Kadir amca’: een kale man van 83 jaar die over een enorme Koran gebukt zit op het platte dak. Hij leest hardop mompelend. Zijn dochter wijst hem op ons bezoek omdat hij onverstoord doorleest. Ze kijkt mij verontschuldigend aan: ‘pap, je hebt bezoek!”. Hij kijkt sarcastisch en zegt dat hij dat heus wel ziet, maar hij leest verder. Koran lezen onderbreek je niet voor bezoek. Na enkele minuten vraagt hij of ik bij hem kom zitten. Dan vertelt hij wat hij nog weet van de tijd dat mijn oom en tante tegenover kwamen wonen. Hoe mijn tante lange rokken droeg met franjes, hoe arm ze toen waren, dat ze soms haar kleding ook binnenstebuiten droeg en hoe ze bijna alleen Koerdisch spraken…

Om de hoek woont ook ‘Kara Gülüzar’ wat ‘Zwarte Gülüzar’ betekend. Blijkbaar woonde er ooit nog een Gülüzar in de buurt die de bijnaam ‘Sari Gülüzar’ had gekregen: ‘Blonde Gülüzar’. Zo houd je mensen dus uit elkaar… Kara Gülüzar is een oude vrouw van rond de 80, al zou je dat niet zeggen als je haar ziet. Ze lijkt jonger. Ik heb wilde verhalen gehoord over zwarte Gülüzar; zij was iemand die altijd haar mannetje stond vroeger, iemand die vol verhalen zat en veel vloekte, waar mensen zelfs bang voor waren. Een vrouw zo sterk als een man zeggen sommigen. Zij lijkt het tegenovergestelde van mijn tante Emine die altijd stilletjes was, zelden haar mening gaf en nooit van zich afbeet.

Ik had haar de vorige keer al even bezocht. Zwarte Gülüzar was eerst argwanend, meewerken aan een film vond ze niet nodig. Ze is bang dat ik op zoek ben naar negatieve verhalen, daar wil ze niet aan meewerken. Ze heeft niet veel met media. Mijn oma mag ze duidelijk heel graag, gelukkig maar… We blijven voorzichtig uitleggen wat ik aan het doen ben en het lijkt erop dat ze gaat meewerken. Zwarte Gülüzar is belangrijk omdat zij heel goed kan vertellen hoe het leven hier was vroeger voor mijn oom en tante, ze neemt geen blad voor de mond. Maar ze blijft een tikkeltje argwanend.

Inmiddels is het zo’n 5 weken later. Ze blijkt erg ziek te zijn geweest, is vannacht zelfs met ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Dus gaan we op ziekenbezoek. Ze voelt zich gelukkig al wat beter, haar bloeddruk en suiker zijn weer onder controle. Ze is al wat minder afstandelijk dan de vorige keer. Met oma moeten ze vaak en veel lachen over vroeger. Deze week wat vaker langsgaan zal het ijs hopelijk helemaal breken.

Oma en ik gaan wandelen in de wijk. Het is veel te warm om te gaan wandelen, mensen verklaren ons voor gek, maar we doen het toch. Ik wil de drukte van de winkelstraat Kibriscaddesi zien; in mijn herinnering een straat vol verkopers, schreeuwende mannen die hun verkoopwaar op een karretje voor zich uitduwen, rennende vrouwen die boodschappen doen en op straat spelende kinderen. Ook dat valt wat tegen, het is veel stiller dan vroeger. Het zal vooral met de hitte te maken hebben, misschien wordt het ’s avonds drukker denk ik maar.

Bij een authentieke houtzagerij raak ik in gesprek met een dikbuikige kleine man die er werkt. Hij is een echte kletser en raakt niet uitgepraat. Een man die veel mensen kent in Adana. Ik vertel hem dat ik al langer op zoek ben naar een werkende katoenfabriek omdat mijn tante er ooit heeft gewerkt en ik graag die sfeer zou willen filmen. Hij kent iemand die nu net zo’n fabriek aan het klaarmaken is voor gebruik. We spreken ’s avonds af om samen naar het huis van die man te gaan.

Oma en ik wandelen verder. In de wijk slenterend door de straten valt mijn oog op een groepje kinderen die aan het dansen zijn. Ze zijn rond de 10/12 jaar. Het is een prachtig gezicht! 4 Kinderen zitten geknield op de grond te klappen, terwijl 1 van hen in het midden zijn kunsten vertoond. Deze dans heet KOLBASTI en is nu de meest populaire dans in Turkije onder jongeren. Het is een mengeling van traditionele Turkse dans, hiphop en breakdance. Ik film met mijn kleine fototoestel aangezien ik mijn camera vandaag niet bij me heb. De jongens doen zo hun best! Als ik vraag of we ze over zo’n 10 dagen nog eens mogen filmen raken ze echt buiten zinnen van blijdschap. Ze zijn zo blij dat ze vreugdesprongen maken, om me heen springen en heen en weer rennen. Ik vind ze zo leuk! Ik vraag hoe ze zich als groepje noemen en ze zeggen stoer: SOKAK KOLBASTI, wat STRAAT KOLBASTI betekent… Ja ja… echte jongens van de straat! ;)

Later zoeken we de man op die ons mee zal nemen naar een kennis die in een katoenfabriek werkt. We lopen er samen naartoe. De kennis blijkt nog niet thuis, wel zijn moeder en zus. Met hen zitten we een half uur buiten voor de deur. Gezellig in zo’n klein straatje pratend over het leven. Dan komt de man thuis. Hij hoort mijn verhaal aan en wil graag helpen filmen mogelijk te maken. Er is nog geen katoen zegt hij maar hij denkt dat rond 25 augustus de fabriek wel gaat werken. Precies dan zal de ploeg arriveren! Ik krijg hoop. Hij is maar een arbeider zegt hij en legt uit dat ik de volgende dag beter naar de fabriek te komen om met mensen te spreken die me verder kunnen helpen.

De volgende dag rijd ik met mijn oom ’s ochtends naar de fabriek in Karatas, zo’n 50km van Adana. Tientallen ‘katoen-ontpit-machines’ staan in rijen te wachten op de vrouwelijke arbeiders die ze binnenkort zullen bedienen. Een paar mannen zijn aan het werk om de fabriek klaar te maken voor gebruik. De eigenaar is er niet maar twee broers die er werken zijn uiterst behulpzaam. Helaas zal de fabriek pas midden september gaan werken. Een ander fabriek die eerder gaat werken zullen we niet vinden zeggen ze, er is nu eenmaal nog bijna geen katoen. Toch ga ik verder zoeken, wie weet…

DE ZOMER

Mijn oom Cemal en tante Emine (en ook mijn ouders) maakten al een migratiereis in Turkije voor ze naar Nederland migreerden. Ook in Turkije naar een textielstad: Adana. Weer samen (zoals met alles in hun leven) met oudere broer Ahmet en zijn vrouw GĂźlĂźstan.

Het is de vierde of vijfde stad van Turkije; groot, druk en warm. Ik geloof dat ze het de stad der gehaasten noemen, iedereen rent. Onthaasten? Dat kennen ze hier niet overdag. Logisch. Daar is ook helemaal geen tijd voor. ’s Avonds wel, overal waar ook maar een stukje groen te vinden is zitten gezinnen, stelletjes of hele families te picknicken. In het park, maar ook gerust op een strookje groen tussen 2 drukke wegen in! Ik moet denken aan mijn oom Cemal die tijdens de opnames ging wandelen met mijn tante in de rolstoel. Al lopend vertelde hij haar dat ze naar een mooi stuk natuur zouden gaan. Daarna parkeerde hij haar liefdevol bij een klein strookje groen op de parkeerplaats van het verzorgingshuis. Heel aandoenlijk…

De 3 broers, 2 vrouwen en kinderen zoals ze in 1 huis woonden in Adana...

Als je bedenkt dat ze in het dorp in de bergen zijn geboren en tot dan toe hun gehele leven in het dorp hadden gewoond was het een hele stap voor ze om naar de stad Adana te verhuizen! De vrouwen spraken helemaal geen Turks, enkel Koerdisch, de mannen wel een beetje omdat ze soms gingen werken in de stad. Voor mijn tantes betekende het voor het eerst hun vertrouwde kleine overzichtelijke dorp uit. Wat moet dat vreemd zijn geweest. En spannend. En eng ook.

Na enkele jaren in Adana te hebben gewoond, waagde mijn oom Cemal later als eerste van de 3 broers de stap als gastarbeider naar Nederland. Eerst nog zonder zijn vrouw. Omdat Adana een belangrijke tussenstop is in de rest van hun leven, een opstap naar een nog verdere migratiereis, is het bijzonder de zoektocht in de film hier voort te zetten.

Hoe was hun leven hier? Was er toen al liefde? Maakte het verloren zijn in de grote stad hun liefde duidelijker misschien? In de film is dit de hoofdstuk ZOMER. (De lente is hun leven en liefde in het dorp, de zomer de stad, de herfst het leven in Enschede en de winter het nu, de nadagen van hun liefde…)

En zomer is wat het is hier: SNIKHETE zomer!

Ik ben hier nu eerst zo’n tien dagen op research. Peter en Diego komen de 25ste augustus en dan filmen we 3 dagen. Daarna blijf ik nog tot 11 september…

HĂźseyin dayi

Onze lieve HĂźseyin dayi, de broer van mijn oma, is plotseling overleden op 1 juli. Ik zal hem herinneren als zachtaardige man met lieve stem. Ik koester het moment dat we enkele weken geleden voor de research van deze film samen op de veranda zaten om over vroeger te praten.

Groeten uit Adana!

Eindelijk weer even tijd en de mogelijkheid iets van me te laten horen. Het filmen is achter de rug en ik zit alweer ongeveer een week in het snikhete Adana. Heb tussen het researchen en filmen door wel regelmatig geschreven maar geen tijd gehad de verhalen en foto’s te uploaden. Ik zal er nu een paar online zetten. Op chronologische volgorde. En de rest ook binnenkort…

Veel groeten uit Adana!

Laatste draaidag

De sfeer rondom en in de dorpen vangen is voor de film belangrijk. We beginnen dan ook onderweg richting dorp met het filmen vanuit de auto: een jongen op een ezel, veranderende landschap en mensen werkend op het land.

Omdat mijn oma een goede verteller is, een zeer goed geheugen heeft en mijn tante als jong meisje al heel goed kende, mag zij in het vervallen dorp bij de restanten van het ouderlijk van mijn oom en tante herinneringen ophalen over vroeger; hoe leefden zij als pasgetrouwd stel, hoe was mijn tante toen, waar droomden zij als meisjes van? Omdat er zo weinig van het dorp over is moet zij een tijdje zoeken voor zij de plek vindt. Bizar tafereel. Ze laat zien hoe het huis liep, hoeveel kamers het had, waar ze sliepen en vertelt over hoe ze leefden. Wat moet dat zwaar zijn geweest.

Het is de laatste filmdag vandaag. De tijd is gevlogen echt. Vandaag gaan we de scènes in het lager gelegen dorp Alayli eindelijk filmen. De zussen Safiye en Fikriye gaan brood bakken terwijl zij een klaaglied zingen over het leven van mijn oom en tante.

Buiten zittend op de grond rolt de ĂŠĂŠn zingend en half huilend het deeg uit en bakt de ander (ook huilend) het brood op een grote hete ronde plaat. Zoals velen van die generatie kunnen zij het verdriet er met klaagzang uitgooien en even later na tranen met tuiten toch gezellig over andere dingen praten. Zoals over hun eigen liefdesleven. Ze grinniken en giebelen samen.

Tijdens de zonsondergang komen de herders van ver bovenop de berg terug met hun kudde geiten. Mijn oom werkte lang als herder in het dorp (en mijn vader ook trouwens). Die kudde en herders filmen was tot nog toe nog niet gelukt. Net als we willen bijkomen met een kop koffie zien we de geiten bovenop een berg aan de overkant langzaam grazend afdalen. We besluiten dat dit belangrijker is dan die bak koffie die we eigenlijk zo hard nodig hebben. Zo’n opluchting dat dit op het allerlaatste moment toch gaat lukken. We maken gedrieën de klim tot we bij de kudde zijn. Dat is zwaar met al die spullen en helemaal na zo’n zware dag. De jonge herder met wie ik al eerder een keer mee was geweest tijdens de research wil eerst niet gefilmd worden omdat hij verlegen is. Het duurt even om hem over te halen maar gelukkig geeft hij toe. Met een prachtige oranje zonsondergang op de achtergrond filmen we op die berg de herder en zijn kudde geiten. Om stil van te worden.

Het is duidelijk dat de golf paarse bloemen die bergen zal overnemen al heel dichtbij is… De eerste paarse stukken zijn al te zien op de berg aan de overkant. Helaas gaan wij het hoogtepunt niet meemaken terwijl we filmen. Maar ik krijg een idee van hoe het er over zo’n 10 dagen zal uitzien hier. Hoe mooi zou het zijn als we dat konden filmen!!! Jammer.

We zijn die avond pas heel laat klaar met draaien want we proberen nog zoveel mogelijk scènes te halen. En dat lukt. Diego en Peter, echt heel erg bedankt! Jee, wat hebben jullie doorgebikkeld! En wat is de tijd hier hard gegaan.

De volgende dag zitten we slapeloos aan het laatste ontbijt in de patisserie om de hoek bij het hotel. Ik ga dan de nieuwe tickets uitprinten terwijl de heren verder inpakken. De Fiat Doblo heeft het gelukkig tot vandaag gered, nu hoeft hij ons alleen nog langs de douane voor de stempels en daarna naar het vliegveld te brengen. Onze Doblo blijkt ook een bikkel want hij redt het ondanks alles! Oma gaat die dag direct door naar haar broer in Kayseri die geopereerd is aan zijn been. Peter en Diego stappen –na lang gedoe bij Turkish Airlines omdat zij weigeren Peter’s cameratas als handbagage te accepteren– in het vliegtuig. Ik pak de bus naar Adana waar ik 10 dagen familie ga bezoeken en hopelijk veel ga uitrusten.

Ook zal ik daar alvast wat research doen want eind augustus gaan we dit filmavontuur weer aan maar dan in Adana!

Draaidag 5

De een na laatste dag van draaien begint weer in de getto in Develi. We rijden langs de plek met het paard maar die is helaas nog leeg. Ik vraag het aan een vrouw op de weg. Ze zegt dat het paard van haar was en dat ze het heeft verkocht enkele dagen geleden. Ik kan het bijna niet geloven, een paar dagen geleden! Aan wie? Waarom? Het paard was heel oud! Ik ben bezorgd. Ze zegt dat ze het heeft verkocht aan een man uit een dorpje in de buurt die er af en toe op zou willen rijden.

Heel toevallig stopt er op dat moment een auto met een ietwat norse man. Ik vertel hem over de situatie. Hij zegt dat het zijn kennis is die het paard heeft gekocht. Ook weer toeval. Als ik hier over een uurtje terugkom (nadat we Ali amca hebben gefilmd) zal hij die vriend samen met mij bellen. Er is dus hoop…

Ali amca en zijn vrouw zitten voor het huis. Melek teyze heeft overgegeven, ze is erg ziek. Ze wachten op de taxi die hen naar het ziekenhuis zal rijden voor nog meer onderzoeken. Vreselijk. We blijven niet lang en gaan de buurt maar in om de sfeer daar te filmen.

De man houdt woord en is inderdaad op de plek waar het paard had moeten staan. Hij zegt dat hij zijn kennis al heeft gebeld en dat die man het paard komt brengen. Ik ben blij dat ik het paard nog eens kan zien. Tijdens het wachten worden we steeds meer een bezienswaardigheid. Kinderen komen erbij staan, buurtbewoners vragen wat we doen (Zijn jullie goud aan het zoeken? HUH?) en iemand wordt boos en zegt dat ik toestemming had moeten vragen bij de gendarme om hier te mogen filmen. Ik begin een beetje onrustig te worden.

Dan komt ineens het paard aangereden. Maar hij lijkt kleiner en is duidelijk dunner; ik zie zijn ribben. Op het witte paard een dikbuikige man, donkergebruind door de zon, een lelijke grimas en negatieve uitstraling. Echt zo’n bad guy uit een slechte Turkse actiefilm! Heeft deze man ons lieve witte paard gekocht? Ik voel me slecht. Heel slecht. Arm lief paard. Zulke mooie ogen, zo’n lief blik. Ik aai en praat even tegen hem. Hij staat voor zoveel symboliek vind ik. Ik verman me en ik ga door met het oorspronkelijk idee. We gaan de scène met het prachtige witte paard in de getto gewoon filmen. Geen dikbuikige bad guy die ons tegen houdt! Kids uit de buurt doen mee, oma houdt de omstanders stil en het paard is geduldig met ons. Na zo’n 5 takes staat het erop. Ik bedank iedereen en vooral witte paard en we rijden richting dorpen.

Onderweg rijdend door het prachtige landschap zien we in een veld een verlaten roze huisje met witte teksten erop gekalkt. ‘IK BEN VERLIEFD’, schreeuwt het. Ik stap op de rem. We stappen uit en vinden het alle drie echt mooi. Al stond het niet op de planning, dit gaan we draaien. Dit is een cadeau lijkt wel. Terwijl we filmen komen van ver 2 jongeren aangelopen. Wat we aan het doen zijn. Ik vertel dat we filmen vanwege de teksten op het huisje. Of hij weet wie dit erop heeft gekalkt? ‘IK!’, roept hij trots. Echt ongelooflijk. Een nog groter cadeau. Deze 16 jarige Berat blijkt zo verliefd op ene Meltem dat hij –omdat hij het haar niet durft te zeggen- het uitschreeuwt op muren. Hij zingt (heel schattig) een liefdeslied voor zijn Meltem en vertelt bibberend van de zenuwen over wat hij voor haar voelt. Echt een bijzondere jongen die Berat. Hij nodigt ons thuis uit maar wij moeten verder. Verder richting dorp…

Mijn oma is al dagen regieassistent (of zoiets). Ze helpt me met van alles, ze wacht soms uren rustig af, houdt mensen stil, houdt mensen bezig terwijl wij filmen of doet zelfs een keer een interview in het Koerdisch. Mijn superoma, wat een vrouw!

Vanmiddag is zij eindelijk aan de beurt om gefilmd te worden. Weken geleden betrapte ik haar terwijl zij een lied aan het zingen was voor de bergen waarin zij de bergen haar verdriet toezong; verdriet over verloren liefde, over de ziekte van mijn tante, over heimwee. Ik vraag haar dat weer te doen, te zingen voor de bergen. Vroeger toen meisjes niet mochten vertellen van wie zij hielden omdat dat een zonde was, vertrouwden zij de bergen hun geheimen toe denk ik. Daarom past deze scène prachtig in de film vind ik. En mijn coole oma doet het alsof ze iedere dag voor een camera staat. Ze is een natuurtalent.

In het dorp staat nog maar 1 huis en dat is het ouderlijk huis van mijn tante. Van de vrouw die er nu alleen woont met haar zoon (de laatste 2 bewoners van het dorp!) krijgen we eindelijk toestemming om het huis ook van binnen te filmen. We moeten wel opschieten zegt ze. We filmen de stallen, de keuken, de woonkamer. Het is er oud, armoedig en vervallen. Maar ook prachtig karakteristiek. Ergens voel je vroeger in het nu.

Die avond gaan we weer (voor de 4e keer) eten in hetzelfde restaurant: Elbis in Develi. Als we binnenkomen staat onze tafeltje al klaar met verlengsnoer voor de laptop. We kunnen ons gefilmde oogst van die dag inladen en terugkijken. Elke avond maken zij hier een nieuwe vegetarische verrassing voor Diego en de heerlijkste meze’s. En vanavond een schaal fruit met een brandend kaarsje voor oma. Vorige week was ze immers jarig. Oma straalt echt; helemaal als ze de Chanel No5 krijgt die Peter en Diego van het vliegveld hebben meegenomen. J

Draaidag 4

Wat vliegt de tijd, het is al dag 4 en we moeten nog zoveel filmen. Ik schrap wat in het script maar dan nog… We besluiten -omdat het anders echt jammer is- een dag langer te filmen dan gepland. Dus niet 5 maar 6 dagen. Diego verzet een afspraak, Peter kan gelukkig en Sophie van Serious Film boekt de tickets om.. Echt fijn dat dat lukt. Schrappen in het script doe ik toch maar iets minder rigoureus.

We stappen in onze Doblo en rijden de mooie route van Develi naar onze dorpjes in de bergen. De vele kleurige bloemetjes aan de kant geven weg dat het hier nog lente is. Omdat de lente als seizoen heel belangrijk is in de film (want mijn oom zegt altijd dat hun leven in het dorp de lente van hun liefde was) filmen we de bloemen. Met de prachtige nog met sneeuw bedekte vulkaan Erciyes op de achtergrond vangen we rode klaprozen, paarse bloemen en in rijen heen en weer zwaaiend groen graan. Oma blijft op de achtergrond en maakt foto’s want de omgeving is adembenemend mooi.

We rijden verder. De turbo van de auto is stuk en we rijden met 15km per uur berg op! Ach ja, repareren zou te veel tijd kosten dus we doen het er mee. Dichterbij het dorp in berglandschap graast een kudde koeien. We stoppen om te filmen. De koeien kijken ons nieuwsgierig aan als we hen naderen. Net als we beginnen te draaien begint het dreigend te donderen. Het wordt grauw. Dan, daar op die berg met de koeien onder donkere wolken, klinkt heel in de verte een zacht gezang. Het is de roep van een muezzin tot gebed. Het is heel vreemd, bijna magisch, omdat je het totaal niet verwacht daar.

Het gedonder slaat om in regen als we doorrijden. Dat is voor het filmen in ons dorp verschrikkelijk onhandig. Eigenlijk kunnen we beter terugrijden en filmen wat we in de stad moeten filmen. Ik hoop dat we Ali amca –de broer van mijn tante- telefonisch te pakken krijgen en vanmiddag bij hem kunnen filmen in Develi. Dan schuift het filmen van alle scènes in het dorp op naar de volgende dag(en). Als we Ali amca te pakken krijgen EN hij blijkt thuis, dan moeten we sowieso waar we ook zijn en wat we ook filmen zo snel mogelijk gaan. Want Ali amca filmen is het lastigst; zijn vrouw is ziek en ze gaan ziekenhuis in en ziekenhuis uit. Maar ’s ochtends kreeg ik hem thuis niet te pakken en ik trek de conclusie dat ze dus nog in een ziekenhuis zijn. Hier in de bergen doet onze telefoon het niet dus wordt het lastig. We rijden door richting dorp. Het begint keihard te regenen. Aan de kant van de weg een grote schildpad. De regen klettert op zijn schild. Dat moeten we hebben.

In de stromende regen stappen we uit en tot we doorweekt zijn staan we gebogen voor het diertje te wachten met draaiende camera in de hoop dat hij een paar stappen gaat zetten. Maar ja; zou jij als je veilig in je schild verborgen zat gaan lopen als je die 2 mensen en een enorme bakbeest van een camera ziet staan? Nee dus. Pas wanneer wij doorweekt terug in de auto zitten, steekt het beestje traag de weg over. Hij wordt bijna overreden door een auto. We houden allen ons hart vast. Diego stapt snel uit om de schildpad een handje te helpen bij het vinden van een veilig plekje aan de kant…

Het blijft slecht weer. We besluiten in het dorpje Alayli bij de familie Acar (waar ik weken heb gelogeerd) te lunchen. Vanaf daar zal ik Ali amca bellen. De Acar’s zijn in rep en roer als we aankomen. Waar we zijn al die tijd? Dat we wel even had mogen laten weten dat we komen want dan hadden ze gekookt. Dat ze zich zorgen hadden gemaakt. Dat we moeten blijven, dat ze gaan koken, of we blijven logeren enz… Maar helaas, wij hebben haast en zouden het heel fijn vinden als we hier koffie en een broodje kunnen krijgen. Ondertussen bel ik met hun telefoon Ali amca. En onverwacht blijkt hij ook nog thuis. Ik ben zo blij. Omdat ik dacht dat het waarschijnlijk niet meer zou lukken hem te filmen.

Onderweg naar zijn huis in de getto in Develi passeren we de plek waar het witte paard stond. Het groen is leeg. Geen paard! Ik snap er niets van en hoop dat het toeval is. Dat het paard even weg is gehaald maar er straks zal staan.

Thuis bij Ali amca blijkt zijn vrouw nog erg ziek. Ze weten nog steeds niet wat het nu precies is maar ze lijdt er al langer dan 20 jaar aan. Het is duidelijk dat we niet lang kunnen blijven, we moeten haast maken. Dus geen scènes helaas maar snel een interview. Mijn oma blijft bij zieke Melek teyze terwijl wij in de tuin (waar Ali amca zo trots op is) hem filmen. We praten over hoe hij -naar voorbeeld van zijn vader- hard was als broer voor zijn zusjes. Over hoe mijn tante aan mijn oom werd gegeven zonder haar iets te vragen en over de liefde natuurlijk. Het is jammer dat we niet de tijd kunnen nemen want dit is een interessante man. Ik hoop meer tijd te krijgen maar binnen gaat het steeds slechter met zijn vrouw. Het is tijd om te gaan. We stoppen met filmen en zijn al blij met dit gesprek. Wel vraag ik hem nog of we de volgende ochtend eventjes terug mogen komen om hem werkend te filmen. Geen probleem.

Op de weg terug helaas nog steeds geen wit paard. Ik moet weten wat er met het paard is gebeurd. Die avond en nacht laat het me niet meer los.